Het was op woensdag 27 juni 1888 in de morgen. Zwaar beladen rijtuigen met mannen en uitrusting komen Camprieu luid binnen rijden.
De boeren in juni nog druk bezig zijn met het maaien van hun velden, stoppen hun werk en haasten zich om de vreemde karavaan te bekijken.
Niet gewend aan dergelijke bezoek, stellen ze tal van vragen ...
Ze maken grapjes over deze "heren van Parijs" met hun uiterst vreemde project : het zou vandaag of mogelijk nooit kunnen zijn dat de ongrondse rivier (le Bonheur) zou instemmen om zijn geheim prijs te geven.
Inderdaad, Martel en zijn team waren van plan om het plateau van Camprieu ondergronds te doorkruisen.
De boeren ter plaatse geloofden nauwelijks in het mogelijjke succes van deze peniebele operatie. Het was duidelijk, niemand kon slagen! Dit was bekend, sinds het begin der tijden ...
Ze nemen de bezoekers als simpele zielen en lachen nonchalant Martel en zijn geërgerde metgezellen uit ! Om hen te ontmoedigen, vertelden ze dat op 7 februari van hetzelfde jaar een man genaamd Vidal verdewenen was in wat bekend stond als "het gat" ook daar waar de rivier de grond in verdween ... Zelfmoord, ongeluk, we hebben het nooit geweten, zijn lichaam werd nooit gevonden, noch in de grote tunnel noch aan de andere kant van het plateau op de bodem van de grote Bramabiau-afgrond.
Dit was het formele bewijs van de onschendbaarheid van het ondergrondse mysterie.
Tegen de middag was iedereen klaar en Martel besloot om actie te ondernemen. De uitrusting werd van boven aan de voorkant van de tunnel neergelaten, want er was met voorzichtigheid ingestemd om de operatie stroomopwaards te ondernemen : inderdaad liepen de grottologen zo minder risico om met de stroom van het water te worden meegesleurd in geval van grotere watervallen onderweg.
Iedereen is hard aan het werk. Gabriel Gaupillat en Philippe Cheilley blijven buiten. Een demonteerbare ladder wordt geplaatst voor het beklimmen van de eerste ondergrondse waterval. Drie mannen vertrekken op herkenning en komen kort daarna al schreeuwend terug: "Het gaat erg ver! ".
Ze zagen een groot waterkanaal in de Hâvre-ruimte en er werd besloten om de beroemde "osgood" (vouwbaar bootje, genoemd naar uitvinder) te gebruiken. Martel en Parcel Gaupillat gaan op verkenning met de boot en verplaatsen zich met behulp van stokken met haken om vooruit te komen. Foulquier, duidelijk wendbaarder, voegt zich bij hen al klimmen over de rotspunten. Na te hebben geprobeerd om via een smalle gangeen te klimmen waardoor ze hoopten de moeilijkheidsgraad van de rivier te omzeilen, zetten ze de verkenning voort tot een waterval die hen dwong terug te keren: de boot kon niet naar de top worden gehesen.
Maar de weddenschap was niet verloren! De volgende dag, verstoken van Parguel maar versterkt door de komst van zijn zwager Emile Michel en de dorpleraar Pierre Mely, besloot het hele team om de oversteek te maken van boven naar benden door de rivier te volgen, omdat Martel er nu zeker van was geen bodemloze waterval te vinden ... Mely, geïntimideerd, keerde terug.
Met behulp van touwen, vouwladders, magnesiumlampen, maar zonder 'osgood' (die werd achtergelaten de dag ervoor) wisten de gedurfde pioniers zich bij het punt van de dag ervoor aan te sluiten voor de prijs van acrobatiek en kneuzingen.
Na 1300 meter avontuur kwamen ze allemaal uit de grot. Een onderneming van formaat was net gerealiseerd, Martel had gezegevierd over de ongelovigheid van de boeren! Ze gingen met z'n allen naar het gemeentehuis van Camprieu om de notulen te schrijven van de eerste doortocht van Bramabiau. Het is vandaag een geboortebewijs van de franse speleologie.
Andere ontdekkingen van Edouard Martel en zijn team in de omgeving:
www.grotte-dargilan.com
www.aven-armand.com
www.demoiselles.fr